Vrouwen in de kerk

Regelmatig is ons de vraag gesteld naar wat wij denken over vrouwen in de kerk. Daarbij wordt dan meestal de vraag bedoeld naar wat wij denken over de vrouw in het ambt. In dit artikel wil ik wat dingen naar voren halen die volgens mij veel te maken hebben over hoe wij denken over vrouwen in de kerk. 

De zogenaamde ‘zwijgteksten’ uit de brieven van Paulus raken ons als vrouwen in onze tijd heel diep en we weten niet altijd goed wat we daarmee aan moeten. Is dat echt nog wel iets voor deze tijd, of was het iets cultuurgebonden? Want hoe leg je zoiets eigenlijk nog uit aan je dochters in een tijd waarin vrouwen op alle terreinen van het leven leidinggeven? Mag dat in de kerk dan niet?  

 

Het begin

Als eerste en belangrijkste valt op dat in de teksten die over de plaats van de vrouw in de christelijke gemeente gaan, er wordt teruggegrepen op Genesis. Bijvoorbeeld in 1 Tim. 2:13-15 ‘Want Adam is eerste gemaakt, daarna Eva. En niet Adam is misleid, maar de vrouw is, toen zij misleid werd, tot overtreding gekomen.’ En ook in 1 Kor. 11: 8 en 9 ‘De man immers is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man. Want ook is een man niet geschapen omwille van de vrouw, maar een vrouw omwille van de man.’ We kunnen het spreken over vrouwen in de gemeente dan ook niet losmaken van de scheppingsorde die ons in Genesis gegeven is. Die orde moet ons dan ook heel duidelijk zijn. Dat is al een eerste obstakel, want sinds de zondeval is dat allemaal niet zo duidelijk meer. We zien al in Genesis 3 dat de rolverdeling tussen man en vrouw helemaal overhoop wordt gehaald. 

 

Rolverdeling in de scheppingsorde

We gaan dus kijken naar wat er voor Genesis 3 gebeurde. God schiep de mens naar Zijn beeld, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. God maakte twee soorten mensen, een man en een vrouw. Hij verheugde zich in hen en gaf hen het scheppingsmandaat (Gen. 1:28). Dat was Gods plan voor deze wereld. Twee verschillende mensen, en man en een vrouw die samen een eenheid zouden vormen in het uitoefenen van hun roeping. En Zijn plan kan maar ten volle tot uitdrukking komen, wanneer wij als mensen die orde vasthouden. Die zogenaamde scheppingsorde heeft invloed op alle domeinen van het leven. Zeker ook in de kerkelijke gemeenten. Mannen en vrouwen hebben andere eigenschappen en kenmerken, op maat gemaakt voor de hun toebedeelde taak. Het is geen onderdrukking of achterstelling van vrouwen wanneer de kerk geen vrouwen toelaat in het ambt. Nee, het is een gehoorzaam zijn aan de orde die God Zelf heeft ingesteld. ‘Vive le difference!’, zegt Suzan Hunt. ‘Het is niet iets waarvoor we ons moeten verontschuldigen, en ook niet iets waarvoor we beschaamd moeten zijn in onze postmoderne cultuur, maar het is de manier waarop God ons gemaakt heeft en dat is altijd de beste manier’[i].

Met al hun verschillen zijn man en vrouw beiden geschapen naar Gods beeld. Dat is zo belangrijk om vast te houden. Want het verschil tussen man en vrouw is geen verschil in waarde of belangrijkheid. Het feit dat vrouwen in de gemeente geen gezag mogen uitvoeren, zegt helemaal niets over haar waarde, intelligentie of inzichten. We lezen dat in Genesis, maar ook Paulus herhaalt dit voor de gelovigen in Christus in Galaten 3:27-28: ‘Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.’ Beiden hebben zij recht op de geestelijke erfenis die in Christus is weggelegd. Beiden worden zij heiligen genoemd (Rom. 16:15). Beiden ontvangen door Gods Geest geestelijke gaven waarmee zij in Gods Koninkrijk mogen dienen (1 Kor. 14; Ef. 4). Maar deze gelijkheid wil niet zeggen dat er geen verscheidenheid is. Door het scheppingsverschil zijn mannen en vrouwen anders. Zij hebben een andere bouw, zij hebben andere organen, andere samenstelling van bloed, hersenen en spieren, een andere roeping en hun denken en karakter is ook nog eens heel verschillend. Verschillend gemaakt ten behoeve van verschillende roepingen in deze wereld, maar één in Christus. Samen en dan ook alleen samen kunnen mannen en vrouwen het beeld van God hier op aarde vertolken. Elk op zijn manier. En ja, daar horen andere rollen bij. 

 

Ons hart en denken

En bij die rolverdeling wringt nu sinds de zondeval de schoen. Want het tweede waar we mee te maken hebben is ons eigen hart en denken hierover. We willen zijn zoals de ander. De rollen die mannen toebedeeld hebben gekregen als leider en de vrouw als helper (Gen. 2) staan ons helemaal niet aan. Eva deed het ons voor. En Adam ging in haar kielzog mee. Sinds die tijd is het een worsteling om als man en vrouw de jou door God gegeven roeping uit te voeren op de manier die Hij voor ogen had. Het is een strijd in elk mannen- en vrouwenleven. Soms willen we het niet horen, het voelt niet goed en het klinkt niet politiek correct. Als ‘woke’ vrouwen en mannen zoeken we nieuwe wegen. Wegen die we proberen aan te passen aan de ons omringende cultuur. Want het kan toch niet meer zo zijn dat vrouwen in de kerk achtergesteld worden of bepaalde functies niet zouden mogen bekleden? Maar is het niet zo dat de Bijbel ons juist vaak oproept tot dingen die volledig tegen ons gevoel ingaan? Denk maar aan ‘je vijanden liefhebben’. Zo roept de Bijbel ook vaak op tot dingen die volledig tegen de huidige cultuur ingaan. En dat kan moeilijk zijn, maar daarvoor laat de Bijbel ons dan ook onze Heere Jezus zien als Redder en Verlosser. Hij noemt ons Zijn bruid. Dit evangelie mag ons motiveren om onder Gods gezag te leven en Hem op Zijn wijze te dienen in de plaatselijke kerk. 

In Christus mogen wij die nieuwe schepping zijn, waarin het wel mogelijk is op die God welgevallige manier te leven. Paulus schetst deze manier van leven in zijn brief aan Titus. Op die wijze moest Titus het onderwijzen in de gemeenten op Kreta. En deze brief staat ook in Gods Woord zodat wij, christenen uit de 21e eeuw, onze gemeenten op die manier kunnen inrichten. We lezen het in Tit. 1:5-2:10. Ons denken over vrouwen in de kerk kan niet gevormd worden door ons eigen denken dat beïnvloed is door de cultuur om ons heen, maar ons denken hierover moet veranderd worden. Wordt niet gelijkvormig aan deze eeuw, nee, wordt hervormd in de vernieuwing van het denken, zodat gij kunt toetsen wat de wil van God is (Rom. 12:2, Naardense Bijbel)

 

Geschiedenis

Het derde dat opvalt wanneer we naar dit onderwerp kijken, is dat we in ons denken hierover vertrekken vanuit het denken in de maatschappij. Sinds de opkomst van het feminisme, en met name de seksuele revolutie in de jaren 60, is het denken over mannen en vrouwen in de maatschappij helemaal veranderd. En begrijp me niet verkeerd, het is omdat er uitwassen waren en vrouwen wel degelijk op diverse manieren onderdrukt of achtergesteld werden dat bepaalde strijdpunten uit het feminisme zeker nodig waren. Het feminisme is destijds ook in de kerk begonnen en was het Jezus Zelf niet die vrouwen een hele grote plaats toekende? Jezus achtte vrouwen heel hoog, respecteerde hen en gaf ze alle ruimte om vrouw te zijn die trouw kon zijn aan haar roeping.

Maar het is niet omdat het feminisme een goed begin had, dat we ook alles wat het met zich meebracht zomaar kunnen aanvaarden. Nee, alles wat we in het leven tegenkomen moeten we in het licht van de Schrift bekijken. Het is niet de bedoeling dat de kerk onder culturele druk een patroon gaat volgen tegen het duidelijke gezag van Gods Woord in.  Ons denken over vrouwen in de kerk moet niet gevormd worden door de cultuur om ons heen. Susan Hunt, zei het zo: ‘De kerk is geroepen om de cultuur te vormen, niet om haar na te apen. Maar heel vaak weerspiegelen onze kerken de wereldse cultuur in plaats van haar constructief te beïnvloeden’. In de brieven aan Timotheüs en Titus worden de structuren van de gemeente heel duidelijk uiteen gezet met wat daarbij de taak van mannen en vrouwen is. Dit gaat wel helemaal in tegen onze huidige cultuur. Wij willen graag de regels zelf bepalen. Maar Gods Woord zegt dat als wij willen groeien in de genade, als we de man of vrouw willen worden waartoe God ons geroepen heeft, we overeenkomstig Gods Woord moeten leven.

 

Hoe dienen vrouwen dan in de gemeente?

Paulus' grote zorg in alle herderlijke brieven is dat wij kerk doen zoals God wil dat wij kerk doen. De gemeente die we dienen is niet de onze, maar het is Gods gemeente. Het is van het grootste belang dat we dan ook dienen op een wijze overeenkomstig Gods Woord. In deze brieven heeft hij ook verschillende opdrachten voor vrouwen en mannen. Je kunt ze lezen in 1 Kor. 11:1-16; 1 Kor. 14:34; 1 Tim. 2:9-15; 1 Tim. 3:1-16; Titus 1 en 2.

Wat leidinggeven in de kerk betreft zien we dat de 12 discipelen en later de apostelen allen mannen waren. De kerk heeft de eeuwen door deze lijn ook vastgehouden. Het is pas sinds het steeds verder ontwikkelende feminisme en de seksuele revolutie dat vrouwen ambten als oudste en voorganger gingen bekleden. En laten we eerlijk zijn in de kerken waar dat vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw gemeengoed werd, is er een grote leegloop gekomen. Nu woedt sinds kort deze discussie ook in meer orthodoxe kerken. Maar uiteindelijk is het een heel recent verschijnsel, waarvan we in deze 60 jaar kunnen zien dat het niet tot welzijn van de kerk heeft geleid. 

 

Zwijgen?

Betekenen de zwijgteksten in 1 Timotheüs 2 en 1 Korinthe 14 dan dat vrouwen helemaal niets mogen? Alleen misschien de zondagsschoolles geven? Als we het zo negatief zien, hebben we het nog niet begrepen. Vanuit het getuigenis van Gods Woord en vanuit de kerk- en zendingsgeschiedenis komt er een heel ander getuigenis op ons af. We moeten ons niet laten misleiden door de slang die vraagt: ‘Is het echt zo dat God gezegd heeft: Je mag alleen maar zwijgen?’ Eva zag haar vrijheid niet meer, alleen maar haar beperking. Laten wij als vrouwen niet op onze beperkingen kijken, maar ons richten op Christus die ons zoveel vrijheden geeft. Die het beste met ons voorheeft en die ons wil leiden naar die manier waarop wij Hem het beste kunnen dienen tot welzijn van de kerk en van onszelf. Tot eer en glorie van Zijn Naam.

Zelf zocht ik hierin de afgelopen 35 jaar mijn weg. En God was genadig. Elke keer weer leidde Hij mij verder langs Zijn pad. Soms was het moeilijk, moest ik leren zwijgen, maar altijd was Hij nabij. Hij wees de weg hoe ik als vrouw mocht dienen. Soms was dat buitenshuis, maar heel vaak was dat gewoon vanuit mijn huis. Hij leidde door Zijn Woord en Geest. In Zijn Woord vinden we krachtige voorbeelden van vrouwen die dienden in Gods Koninkrijk. Dat vrouwen worden uitgesloten van het ambt als oudste of als voorganger of predikant betekent niet dat vrouwen geen rol van betekenis hebben in de christelijke gemeente. Verre van dat. Denk aan Debora, Anna of Febe. Aan Priscilla, Maria of Martha. Kijk maar eens naar de vrouwen in Romeinen 16 of denk eens aan Euodia en Syntyche, die samen met Paulus streden in het Evangelie. Ook in de kerkgeschiedenis is het werk van veel vrouwen van grote invloed geweest. Denk maar aan Elisabeth Fry, Amy Carmichael, Corrrie ten Boom en Elisabeth Elliot en nog zoveel andere onbekende vrouwen die in hun plaatselijke gemeente veel invloed hebben gehad. Vrouwen die in de letterlijke zin van het woord niet gezwegen hebben. Deze zwijgteksten zijn namelijk geen absoluut zwijgverbod, want in bijvoorbeeld 1 Korinthe 11 lezen we dat vrouwen in de gemeente bidden en profeteren (1 Kor. 11:5). Het aandeel van vrouwen in de kerk kan verschillende vormen aannemen. Andreas Köstenberger zegt: ‘De input van mijn vrouw of van andere ingetogen vrouwen is vaak van onschatbare waarde geweest. Het zou een tragedie zijn als mannen in de kerk deze door God gegeven bron van wijsheid en inzicht zouden negeren’.[ii] Vrouwen hebben een unieke bijdrage te leveren die op geen enkele manier geminacht mag worden. Maar altijd moet deze in overeenstemming zijn met Gods ontwerp waarbij aan de man het leiderschap is gegeven. Je vasthouden aan dit ontwerp is geen beperking, maar uiteindelijk bevrijding voor zowel de man als de vrouw. 

Tot slot

In deze hele discussie gaat het uiteindelijk niet om onze rol als vrouw, maar om het bekendmaken van Gods heerlijkheid op een manier die Hem welgevallig is. Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus’ (2 Kor. 4:6). Die heerlijkheid mogen wij als vrouwen vertolken en dat kunnen we het beste in onze rol als vrouw. In de roeping waarmee God ons geroepen heeft. En ja, die is anders dan voor mannen. 

 

 Wilma Samyn

 

 

 

 

 


Eindnoten

[i] Ligon Duncan III, J en Hunt, Susan, Women’s ministry in the local church, Crossway books, 2006, pag. 40-41

[ii] Köstenberger, Andreas J. and Margaret E., God’s Design for Man and Woman – A Biblical-Theology Survey, Crossway, 2014, pag. 281