Veronachtzaam het onderricht van je moeder niet

‘De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis, dwazen verachten wijsheid en vermaning. Mijn zoon, luister naar de vermaning van je vader en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet, want ze zijn een bevallige krans om je hoofd, en schakels van een ketting van je hals.’ – Spreuken 1:7-9

 

Het boek Spreuken begint met: ‘De spreuken van Salomo, de zoon van David, de koning van Israël.’

 

Hij was een groot koning en de zoon van een groot koning. Dat betekent dat hij beroemd was, machtig, ja zelfs oppermachtig in het hele rijk. De mensen bogen in zijn aanwezigheid. Ze deden wat hij zei. Hij had een enorme autoriteit en ontving eer.

 

Zelfs grote koningen moeten buigen voor hun moeders

 

Hoe behandelde hij zijn moeder in deze verheven rol? Je herinnert je dat zijn moeder Bathseba was. Zij was onder zeer kwalijke omstandigheden met zijn vader David getrouwd - zeer verwerpelijk voor God. Maar zij was zijn moeder, en dit is wat er staat in 1 Koningen 2:19:

 

'Zo kwam Bathseba bij koning Salomo om met hem over Adonia te spreken. De koning stond op, ging haar tegemoet en boog zich voor haar neer. Daarna ging hij op zijn troon zitten en liet een stoel (lett. troon) voor de koningin-moeder neerzetten en zij ging aan zijn rechterhand zitten.'

Toen hadden zij hun gesprek. Hij stond voor haar op. Hij boog voor haar. En hij vroeg om een troon naast de zijne voor hun gesprek. Zij was zijn moeder. Zelfs koningen moeten bukken als hun moeder de kamer binnenkomt.

 

Salomo was geen volmaakte koning. Hij was geen volmaakt man. Geen van de schrijvers van de Bijbel was dat. Maar God leidde zijn inzichten en bewaarde ze voor ons in het boek Spreuken. En ik wil dat we vandaag luisteren naar Gods woord door Salomo.

 

Zes lessen: Waar het uiteindelijk om gaat is God

 

Er zijn op zijn minst zes dingen die hij ons vertelt in Spreuken 1:7-9. Ze hebben allemaal betrekking op God. Ze zijn niet slechts het soort wijsheid dat je zou kunnen oppikken door het lezen van een magazine voor ouders. Er zijn overlappingen met de wijsheid van de wereld. Maar de afwezigheid van God in de gezinsadviezen die de wereld ons geeft, is uiteindelijk een fatale fout. Het is Salomo's bedoeling dat wij zijn raadgevingen horen vanuit het oogpunt dat alles met God te maken heeft.

 

We vinden het boek Spreuken vaak een boek dat gaat over dingen in het gewone aardse leven. En veel ervan is dat ook. Maar het punt van het boek is om dat alles in relatie te brengen tot God, zodat Hij het middelpunt van dit alles wordt.

 

Eén voorbeeld. In Spreuken 30:8-9 staat,

 

‘Geef mij geen armoede of rijkdom; voorzie mij van mijn toegewezen deel aan brood. Anders zou ik, verzadigd, U verloochenen en zeggen: Wie is de HEERE? of anders zou ik, arm geworden, stelen, en de Naam van mijn God aantasten’.

Zie je wat dit zegt over God? De wijze man bidt, "Behoed mij voor rijkdom en behoed mij voor armoede." Waarom? Omdat als ik rijk ben ik zou kunnen zeggen, "Wie heeft God nodig!" En als ik arm ben, zou ik kunnen stelen. En waarom is dat zo slecht? Omdat je gepakt zou kunnen worden en naar de gevangenis zou kunnen gaan? Of omdat je je reputatie zou kunnen verliezen? Nee. Hij zegt: Want als ik steel, zal ik de Naam van mijn God aantasten.

 

Rijkdom is gevaarlijk omdat het uiteindelijk om God gaat. En armoede is gevaarlijk omdat het uiteindelijk om God gaat. Het boek Spreuken - het meest praktische boek in de Bijbel - is geschreven omwille van God. Opdat we God niet zouden verloochenen in onze welvaart en opdat we God niet zouden ontheiligen in het uur van de nood. 

 

Alle zes lessen in Spreuken 1:7-9 hebben betrekking op God, en ze zijn allemaal zeer praktisch.

 

1.     De oorsprong van het gezin

 

Het gezin is een idee van God.

 

Salomo neemt als vanzelfsprekend aan dat er moeders, vaders en kinderen zijn die in een relatie van unieke verantwoordelijkheid tot elkaar staan. Vers 8: "Mijn zoon luister naar de vermaning van je vader, en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet." Dit is gewoon een gegeven bij Salomo. Dat was het vroeger ook bij ons. Maar misschien is het niet meer vanzelfsprekend. Gezinnen zijn Gods idee. God's plan. Gods manier. Het zijn geen willekeurige evolutionaire ontwikkelingen gebaseerd op instincten. Het gezin is door God in de schepping verordend.

 

In het allereerste hoofdstuk van de Bijbel, Genesis 1:27-28, staat,

 

En God schiep de mens naar Zijn beeld, naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. En God zegende hen en God zei tegen hen: "Wees vruchtbaar word talrijk, vervul de aarde . . . "

Hoe moeten zij de aarde vruchtbaar vullen? Door lukraak zwanger te worden? Het tweede hoofdstuk van de Bijbel (Genesis 2:24) geeft het antwoord: Een man zal zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.

 

Een innige verbondsrelatie tussen één man en één vrouw - een elkaar alleen aankleven, in een verbintenis van één vlees - is Gods idee van het hart van het gezin. Wanneer dit verbroken wordt door een tragische dood of een tragische echtscheiding, kan het zijn dat er eenoudergezinnen zijn. En God is trouw geweest aan miljoenen moeders en vaders die hun kinderen alleen hebben moeten opvoeden. Maar Gods oorspronkelijke doel voor het hart van het gezin was één man en één vrouw die elkaar als man en vrouw aanhangen en één vlees worden in een vruchtbare seksuele verbintenis. Op die manier wilde Hij de aarde vullen met mensen die zijn heerlijkheid verbeelden, en met echtparen wier verbondsrelatie de wereld laat zien hoe God zich in liefde en trouw verhoudt tot zijn verbondsvolk.

 

Het gezin is Gods idee en het is tot Gods eer. Salomo veronderstelt dat hier in Spreuken 1:7-9.

 

2. Het gezin als school

 

Het gezin is Gods basisschool om kinderen te onderwijzen hoe ze in de wereld moeten leven.

 

Vers 8 opnieuw: "Mijn zoon luister naar de vermaning van je vader, en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet." De vader is een onderwijzer en de moeder is een lerares. Daarom is het gezin een school.

 

God heeft het gezin niet alleen verordend om vruchtbaar te zijn en de aarde met mensen te vullen, maar om de aarde te vullen met opgeleide en onderwezen mensen. Het gezin is de plaats waar de volgende generatie wordt geboren en waar de volgende generatie leert hoe te leven.

 

Het leven is voor de mens niet vanzelfsprekend. De zuigreflex komt vanzelf. De valreflex komt vanzelf. De iris van het oog sluit zich op natuurlijke wijze bij fel licht. We hoeven niet te leren huilen als we honger hebben. Maar dat is het wel zo'n beetje. En met die vaardigheden komen we niet ver in deze wereld. Mensen moeten zo ongeveer alles leren, van de meest elementaire vaardigheden als lopen en praten en eten, tot de morele handelingen als beleefdheid en dankbaarheid en respect en geloof in Christus.

 

Het gezin is Gods school voor deze enorme taak: de volgende generatie leren hoe ze in deze wereld moet leven en hoe ze klaar moet zijn voor de volgende.

 

En als ouders een beroep doen op anderen via familieleden, oppassers, kinderdagverblijven, zondagsscholen, basisscholen of middelbare scholen, dan ligt de verantwoordelijkheid nog steeds bij de ouders en zullen wij als ouders aan God rekenschap moeten afleggen over hoe de geesten en harten van onze kinderen zijn gevormd door de opvoeders en verzorgers aan wie wij hen hebben toevertrouwd.

 

Dat is punt nummer twee: het gezin is Gods basisschool om kinderen te onderwijzen hoe ze in de wereld moeten leven.

 

3.     De vreze des Heeren als verbindend thema

 

De grondslag van het onderwijs in het gezin is de vreze des Heren.

 

Vers 7: "De vreze des HEEREN is het begin der kennis." Met andere woorden, als we vragen wat de basis en het begin en het overkoepelende thema is van de instructie van de vader en het onderwijs van de moeder - wat loopt er door al hun dagelijks modelleren en adviseren en uitleggen en corrigeren en disciplineren dat eenheid en betekenis geeft aan dit alles - dan is het antwoord "de vreze des Heeren".

 

Het gezin is niet alleen een plaats waar kinderen leren om lepels vast te houden, op twee benen te lopen, "alsjeblieft" te zeggen, schoenen te strikken, te lezen, naar twee kanten te kijken, gras te maaien, make-up op te doen en auto te rijden. Het gezin is de plaats waar dit alles begint met God, waar het geleid wordt door Gods Woord, en waar het tot eer van God blijkt te zijn. De vreze Gods - het vereren van God, het ontzag hebben voor God, het vertrouwen op God - is waar het gezin voor is.

 

Het gezin is Gods idee. Het gezin is een school. En het overkoepelende thema in het leerplan van deze school is God.

 

4. De verantwoordelijkheid van zowel vaders als moeders

 

Onder God delen zowel vaders als moeders in de verantwoordelijkheid van dit gezinsonderricht.

 

Vers 8 nog eens: "Mijn zoon, luister naar de vermaning van je vader, en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet."

 

Er staat niet: "Vaders vermanen, en moeders verschonen luiers." Er staat niet: "Vaders werken op kantoor en hebben dus geen verantwoordelijkheid om hun kinderen te onderwijzen." Ook staat er niet: "Moeders werken op kantoor en kunnen de verantwoordelijkheid van het onderwijzen overdragen aan een verzorger." Er staat dat vaders vermanen, en moeders onderwijzen. Zij delen deze verantwoordelijkheid.

 

Als het Vaderdag was, zou ik de vaders waarschijnlijk uitdagen om thuis nieuwe initiatieven te nemen. Maar het is Moederdag, en ik wil moeders aanmoedigen dat deze verantwoordelijkheid om je kinderen te onderwijzen een enorm groot voorrecht is.

 

God heeft een manier om de grootheid van de groten teniet te doen en de laagheid van de kleinen te verheffen. In onze cultuur is het moederschap, denk ik, aan een opmars bezig. Maar alleen na decennia van ongewone laagheid en slechte publiciteit. De laatste vijf, zes jaar hebben we een overvloed aan brieven en artikelen zoals deze aan Ann Landers (een Amerikaanse columniste):

 

Ik word zo moe van al die onwetende mensen die naar mijn man toe komen en vragen of zijn vrouw een fulltime baan heeft of dat ze "gewoon huisvrouw" is. . . . Hier is mijn taakomschrijving.

Ik ben echtgenote, moeder, vriendin, vertrouweling, persoonlijke raadgever, minnaar, scheidsrechter, vredestichter, huishoudster, wasvrouw, chauffeur, binnenhuisarchitect, tuinman, schilder, behanger, hondentrimmer, dierenarts, manicure, kapper, naaister, afsprakenmanager, financieel planner, boekhouder, geldmanager, persoonlijke secretaresse, leraar, tuchtmeester, entertainer, psychoanalyticus, verpleegster, diagnosticus, PR-deskundige, diëtiste en voedingsdeskundige, bakker, chef-kok, modecoördinator en briefschrijver voor beide kanten van de familie.

Ik ben ook reisagent, logopedist, loodgieter en expert in auto-onderhoud en -reparatie...

Uit studies blijkt dat het meer dan 75.000 dollar per jaar zou kosten om mij te vervangen. Ik in mijn drukke dag tijd vrijgemaakt om deze brief te schrijven, Ann, omdat er nog steeds onwetende mensen zijn die denken dat een huisvrouw niets meer is dan een babysitter die de hele dag op haar achterwerk zit en naar soapseries kijkt. (Ann Landers, mei 1988, geciteerd in Mom, You're Incredible, door Linda Weber, Focus on the Family, 1994, blz. 23-24)

Dat is waar. En het is goed dat het gezegd wordt. Maar er kan veel meer gezegd worden. Laat me één grote illustratie geven uit het Nieuwe Testament: het effect van Timoteüs' moeder en grootmoeder.

 

Paulus zegt in 2 Timotheüs 1:5,

 

Daarbij herinner ik mij het ongeveinsde geloof dat in u is en dat eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Lois, en uw moeder Eunice. En ik ben er van overtuigd dat het ook in u woont.

Dan zegt Paulus in 3:14-15,

 

Blijft u echter bij wat u geleerd hebt en waarvan u verzekerd bent, omdat u weet van wie u het geleerd hebt [dat wil zeggen van uw moeder Eunice en door haar van uw grootmoeder Lois]; en u van jongs af de heilige Schriften kent [omdat uw moeder u die geleerd heeft], die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is.

Dat is een opmerkelijk getuigenis. Timotheüs' vader was een Griek (Handelingen 16:3). Hij kende waarschijnlijk de Schriften niet. Dus Paulus viert de grote erfenis die Timotheüs heeft via zijn moeder en zijn grootmoeder. Zij deden wat zijn vader niet kon of wilde doen. Zij vulden hem met de Schriften, en de Schriften brachten hem uiteindelijk tot geloof in Christus, en geloof in Christus bracht hem verlossing.

 

Timotheüs zal voor eeuwig en altijd leven omdat zijn moeder en zijn grootmoeder trouw waren aan Spreuken 1:8.

 

5.     De onderdanigheid van kinderen

 

God roept zonen en dochters op om onderdanig te zijn aan hun moeders en vaders.

 

Nogmaals vers 8: "Mijn zoon, luister naar de vermaning van je vader, en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet."

 

Deze twee geboden waarschuwen tegen de twee veel voorkomende verleidingen van opstandigheid. De ene is als een kind thuis is; en de andere is als hij van huis weg is. Als hij thuis is, is er de verleiding van opstandigheid om niet te luisteren als zijn ouder spreekt. Salomo zegt daarom: "Luister naar de lessen van je vader." Als hij van huis weg is, is de verleiding om te veronachtzamen wat hem geleerd is. Salomo zegt: "Verlaat de leer van uw moeder niet."

 

Jonge mensen, als je thuis bent, luister dan naar je ouders. Schrijf niet af wat ze zeggen. Doe het omwille van God. Dit is zo belangrijk in Gods ogen dat hij het deel heeft gemaakt van de Tien Geboden die de hele wet samenvatten. Exodus 20:12, "Eer uw vader en moeder." Eer je vader door respectvol te luisteren als hij spreekt. En eer je moeder door je te herinneren wat zij je geleerd heeft over goed en kwaad - over de vreze Gods - wanneer je van huis weg bent en niemand anders het kan zien dan jij en God.

 

6. De belofte van beloning

 

Tenslotte geeft God een beloning voor zonen en dochters die de leer van hun vader en moeder niet veronachtzamen.

 

Vers 9: "Want zij [het horen van je vaders vermaning en het niet veronachtzamen van je moeders onderricht] zijn een bevallige krans om je hoofd, en schakels van een ketting om je hals."

 

Wat dit vers duidelijk maakt is dat de instructie van vaders en het onderwijs van moeders, geworteld in de vreze des Heren, goed nieuws is. Kinderen voelen dat niet altijd. Soms zijn ouders ook niet genoeg in de genade opgegroeid om het te beseffen. Maar dat is wat het vers zegt: het horen van het onderricht van een vader en het niet verzaken van het onderricht van een moeder zal een krans van genade en heerlijkheid en vreugde zijn; het zal zijn als geschenken en prijzen om je hals. Met andere woorden het zal triomf en feest en vreugde betekenen.

 

De apostel Paulus zei in Efeziërs 6:2 dat "eer je vader en je moeder" "het eerste gebod met belofte" is. Alle geboden zijn vol belofte, maar God doet zijn uiterste best om dit expliciet te maken voor zonen en dochters. Er ligt een grote belofte in het eren van je vader en moeder en het omhelzen van de vreze des Heren die zij onderwezen.

 

"In de vreze des Heeren is een sterk vertrouwen .... De vreze des Heeren is een bron van leven" (Spreuken 14:26-27).

"De vreze des Heeren is ten leven, verzadigd overnacht men, door geen kwaad bezocht" (Spreuken 19:23).

Dit is de krans op je hoofd en het sieraad om je hals voor het omarmen van de vreze des Heren die je moeder en vader je leerden - een bron van leven en sterk vertrouwen en diepe tevredenheid.

 

Een moeders kroon van vreugde

 

Maar omdat het vandaag Moederdag is, moeten we misschien afsluiten door onszelf als dochters - of we nu oud of jong zijn - eraan te herinneren dat de bron van het leven, en het sterke vertrouwen en de diepe voldoening die voortkomen uit het eren van de waarheid die onze moeders ons leerden, ook naar hen terugkomt als een kroon van vreugde en eer en zegen in hun latere jaren. "Veracht je moeder niet wanneer zij oud is" (Spreuken 23:22). "Laten je vader en je moeder zich verblijden, en laat zij die jou gebaard heeft, zich verheugen" (Spreuken 23:25). Verlaat het onderwijs van uw moeder niet. Het zal een krans van genade op uw hoofd zijn en een kroon van vreugde op haar hoofd.

 

John Piper, stichter van desiringgod.org en auteur van meer dan 50 boeken.

De boodschap ‘Do Not Forsake Your Mother's Teaching’, Mother’s Day May 8th, 1994, werd met toestemming vertaald.