VII Leugens die vrouwen geloven over kinderen

jordan-rowland-716367-unsplash.jpg

 

Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed. Joh. 10:10

________________________________________________________

Adam spreekt erover nog een kind te willen. Ik weet het niet hoor. Ik hou van onze zonen, meer dan van iets anders in de wereld. Maar het moederschap is hard werken! Sinds kort is er ook veel spanning tussen de jongens. Kain lijkt zich altijd de mindere te voelen van zijn jongere broer. Het lijkt wel of hij iets te bewijzen heeft. Zijn houding gaat van kwaad naar erger. Hij is de laatste tijd steeds meer teruggetrokken en soms zelfs somber en depressief. Hij wil gewoon niet praten. Ik probeer hem steeds te bevestigen, maar niets schijnt te helpen. Hij leefde altijd zo dicht bij God, maar nu zegt hij dat hij zelfs niet zeker is of hij wel in God gelooft. Zijn vader raakt soms tamelijk gefrustreerd. Zij zijn gewoon niet in staat met elkaar om te gaan. Soms denk ik dat Adam te hard voor hem is. Ik herinner hem eraan dat er een tijd was dat wijzelf ook deze strijd hebben gekend. Als een moeder voel ik me soms zo machteloos. Ik ben ook bezorgd welke invloed dit alles op Abel zal hebben. Ik kan me niet inbeelden hoe Adam denkt dat wij nog een kind aankunnen.

INLEIDING

Wanneer het om hun kinderen gaat, zijn moeders erg kwetsbaar. Het gaat om hun eigen vlees en bloed. De moeder-kind relatie is een gebied waarin wij als vrouwen vatbaar zijn voor verleiding. Ook op dit gebied heeft Satan een heel arsenaal aan leugens waarmee hij vrouwen probeert te misleiden. Te misleiden in hun relatie met hun kinderen en ook in hun rol als moeder. Met deze misleidingen houdt hij niet alleen de moeder gevangen, maar in het bereiken van de moeders weet hij zeker dat de leugens ook worden overgedragen naar het volgende geslacht zodat zij nooit de Waarheid zullen kennen of de bevrijdende kracht daarvan zullen ervaren. We zullen een vijftal leugens bespreken. Leugens die ook wijdverspreid zijn in onze christelijke cultuur. Laat je niet meeslepen door de leugens, maar laat bij jou een nieuwe start gemaakt worden in de waarheid die je dan mag overdragen aan het volgende geslacht.

1. Wij kunnen zelf de grootte van ons gezin bepalen

Gezinsvorming heeft alles te maken met je geloof. Deze gedachte is ook onder christenen nog maar weinig aanwezig. Wij vormen ons gezin op basis van menselijke, rationele gedachten, of op basis van vrees of angst en laten ons egoïsme een grote rol spelen. De vraag is of we open voor nieuw leven staan ook als het misschien niet zo in ons straatje past. Satan zal er alles aan doen om te verhinderen dat vrouwen nog uitzien naar nieuw leven. De jaren 60 van de vorige eeuw waren een overwinning voor hem. Door de ontdekking van ‘de pil’ kon seksualiteit losgekoppeld worden van de vruchtbaarheid. Met deze erfenis in onze cultuur is het als christen zoeken naar Gods waarheid omtrent de vorming van je gezin.

  • God is de Schepper en Schenker van het leven (Gen. 1; 2:7). Hij is Degene die de baarmoeder opent (en ook sluit), Gen. 30:22. We denken dat we het voor het zeggen hebben in het beperken van ons kindertal, maar we weten ook dat een zwangerschap voor veel vrouwen lang niet altijd vanzelfsprekend is.
  • De wereld zegt dat kinderen een last zijn. Gods Woord zegt dat kinderen een beloning en zegen zijn (Ps. 127:3-5). Het zijn ook niet onze kinderen, maar zij blijven Gods eigendom en worden aan onze zorgen toevertrouwd.
  • Volgens de wereld is het doel van je huwelijk jouw persoonlijke geluk. De Bijbel laat ons zien dat één van de vitale doelen van het huwelijk is om kinderen voort te brengen die ontzag hebben voor de Heere (Mal. 2:15). Door onze kinderen kan het geloof overgedragen worden naar het volgende geslacht.
  • In Paulus’ eerste brief aan Timotheüs worden we er ook aan herinnerd dat kinderen krijgen een door God gegeven rol voor vrouwen is (1 Tim. 5:14). In 1 Tim. 2:15 staat dat zij in de weg van het baren van kinderen zalig zal worden. Dit betekent niet dat vrouwen de eeuwige redding zullen ontvangen door het baren van kinderen. Dit vers moeten we zien in het licht van 1 Tim. 4:16. Timotheüs opdracht was preken en onderwijs geven en in deze roeping moest hij volharden. Het was niet door zijn preken dat hij behouden werd, maar zijn preken waren een noodzakelijk gevolg van zijn bekering en roeping. Net zo is het voor vrouwen: het is niet door het baren van kinderen dat zij eeuwig leven zal ontvangen. Dat ontvang je alleen maar door geloof, maar het baren van kinderen is een vrucht en bewijs van haar toewijding aan God.

Dit wil niet zeggen dat alle vrouwen geroepen zijn tot het huwelijk of tot het baren van kinderen, maar dit is de meer algemene weg die voor de meeste vrouwen geldt. Er zijn altijd uitzonderingen. Dit wil ook niet zeggen dat je dan maar zoveel mogelijk kinderen op de wereld moet zetten. Nee, deze waarheid wil je aanmoedigen het leven in Gods licht te zien en te beseffen hoe Hij kinderen ziet. Je gezinsvorming is een zaak die je samen met je echtgenoot voor Gods aangezicht vormgeeft. Dan kunnen er verrassende dingen gebeuren!

2. Kinderen moeten worden blootgesteld aan de echte wereld zodat zij leren daarin te functioneren

Wanneer Satan dan niet heeft kunnen voorkomen dat kinderen geboren worden, zal hij er alles aan doen om de moeders te misleiden in de opvoeding. Hij heeft niets liever dan dat wij onze kinderen al zo jong mogelijk blootstellen aan alles wat er in de wereld te koop is aan geweld, seks, duisternis en vuiligheid. Met de mooie leugen dat zij op die wijze het verschil kunnen maken, probeert hij ook christenen te misleiden om hun kinderen maar niet al te zeer te beschermen.

De waarheid is dat God nooit bedoeld heeft dat jij en ik het kwaad zouden leren onderscheiden door ondervinding. Rom. 16:19 ‘ik wil dat u wijs bent wat het goede betreft, maar onbesmet van het kwade’ (HSV/NBG). Satan fluistert ons in dat we het toch zelf moeten proeven (Eva). Maar helaas ontwikkelen kinderen een smaak voor hetgeen hen in hun jeugd is gevoed. Veel christenjongeren kennen meer van rocksterren dan van de aartsvaders of de discipelen. Zij kennen alle hits, maar geen geestelijke liederen. Onze kinderen zijn als kwetsbare plantjes die in een serre verzorgd moeten worden om zo beschermd te zijn tegen wind en koude.

Een andere waarheid is dat het niet onze taak is kinderen op te voeden die in deze wereld passen of daarin kunnen overleven (Rom. 12:2). De uitdaging is om kinderen op te voeden die God liefhebben met heel hun hart, ziel, kracht en verstand; kinderen die een levende, persoonlijke relatie met God hebben en wiens levens licht verspreiden in de duisternis. We willen geen ‘goede’ kinderen opvoeden, maar kinderen die enthousiast de waarheid omhelzen, die gerechtigheid liefhebben en die het kwade haten, kinderen die door God gebruikt zullen worden de wereld te veranderen.

Ps. 101 – deze Psalm heeft ons iets te zeggen over de sfeer die wij in onze huizen willen hebben. Praktisch ga je zo geregeld ‘nee’ moeten zeggen tegen zaken waaraan je je kind niet wilt blootstellen. Om niet in een negatieve sfeer te belanden is het belangrijk hier zaken tegenover te stellen.

3. Alle kinderen gaan door een rebellerende fase

De vijand wil alle hoop bij ouders wegnemen. Door deze leugen zien veel ouders op tegen de tienerfase. Door deze leugen denk je ook vaak dat het niet anders kan en tolereer je grensoverschrijdend gedrag. Feit is dat wij allemaal rebellerend gedrag vertonen, maar dat is waar het Evangelie in beeld komt. God heeft een verlossingsplan om ons en onze kinderen te verlossen van de rebellie. Het was Gods bedoeling dat opeenvolgende generaties mochten leven uit Zijn genade (Gen. 18:17-19).

Laat je niet leiden door deze leugen, maar richt je op het feit dat het mogelijk is dat jouw kinderen de banier van Gods verbond mogen overdragen aan het volgende geslacht. De puberteit ga je dan ook niet met vrezen en beven tegemoet, maar wel goed voorbereid. Je weet dat hun fysieke en hormonale veranderingen hen parten spelen en daar probeer je ook rekening mee te houden. Maar niet ten koste van de waarheid. Wanneer rebellie naar boven komt, haal je niet je schouders op en probeer je te overleven, maar probeer je de lijn naar je kind open te houden en hem te onderwijzen over hoe je met uit de hand gelopen emoties omgaat en hoe ze kunnen leren hun emoties te beheersen. Je blijft je kind op Jezus wijzen en weet dat je veel hulpbronnen hebt: Gods Geest, Zijn Woord, geloof en vertrouwen, genade van God en de rest van het lichaam van Christus. Laat je bemoedigen door Gods beloften: Ps. 103:17-18; Hand. 2:39.

 4. Ik weet dat mijn kind een kind van God is alhoewel hij er nu niet naar leeft, want op jonge leeftijd heeft hij gebeden om Christus te ontvangen

Dit is een leugen waarmee vooral moeders van oudere kinderen te maken hebben. Met deze leugen verblindt Satan de ogen en wordt een vals gevoel van veiligheid gecreëerd. Door deze leugen kunnen ook je gebeden verkeerd gericht zijn. Je hebt je kind vroeger misschien wel leren bidden, hem goed van kwaad leren onderscheiden en hij leek misschien wel interesse te hebben gehad in de zaken van God en ging altijd braaf mee naar de kerk. Toch is de Bijbel duidelijk dat dit alles geen tekenen zijn van een waarachtige bekering. De essentie van een waarachtige bekering is geen zaak van uiterlijke zaken of veranderingen, maar is een zaak van het hart. Zo iemand is een nieuwe schepping geworden (2 Kor. 5:17), is getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde (Kol. 1:13), zij zullen ook niet meer van God afwijken (Jer. 32:40), zij zullen tot het einde toe onwrikbaar vasthouden (Hebr. 3:14).

Het is zeker waar dat het mogelijk is dat er periodes van verwatering van het geloofsleven kunnen zijn of dat er ongehoorzaamheid aan Gods geboden kan zijn, maar op een dag zal Gods Geest hun overtuigen dat ze terug moeten keren naar hun eerste liefde. Laat jij jezelf intussen niet in slaap sussen met deze leugen, maar zoek de Heere zodat je duidelijk wordt hoe te bidden, wanneer te spreken en wanneer te zwijgen.

De Bijbel maakt ons duidelijk dat wie de Heere aanroepen gered zijn (Rom. 10:13) en dit geldt ook voor kleine kinderen (Luk. 18:16).

5. Wij zijn niet verantwoordelijk voor hoe het met onze kinderen uitdraait

Vanuit de pijn die er soms kan zijn wanneer wij zien hoe onze kinderen de verkeerde wegen gaan, houden we soms krampachtig vast aan deze leugen. Zo worden we als ouder slachtoffer. Tegelijkertijd is ook het tegenovergestelde – dat ouders voor 100% verantwoordelijk zijn –een leugen waarmee Satan ouders gevangen wil zetten.

De Bijbel toont ons voorbeelden van godvrezende ouders die goddeloze kinderen hadden en ook van goddeloze ouders die godvrezende kinderen hadden. Er wordt weinig uitleg gegeven waarom dit zo was, alhoewel er wel enige aanwijzingen zijn. Denk bijvoorbeeld aan Lot en Eli. Van Lot weten we dat hij rechtvaardig was (2 Petr. 2:8), maar toch vestigde hij zich in een goddeloze stad waarvan hij wist dat er geen andere gelovigen waren. Hij hield van de mooie dingen van de stad en probeerde zo met één voet te leven in het Koninkrijk van God en met één voet in de wereld. Hier zien we de wet van “zaaien en oogsten”. Zelf gaf hij geen onverdeeld voorbeeld en dat had zijn uitwerking in het leven van zijn dochters.

Van Eli, een toegewijd dienstknecht van de Heere, weten we dat hij zonen had die verdorven mannen worden genoemd en die de Heere niet kenden (1 Sam. 2:12). Zij waren ongetwijfeld beïnvloed door de decadente cultuur rondom hen, maar de Bijbel vertelt ons ook zaken over hun vader die hebben bijgedragen aan hun keuze tegen God. Eli probeert zijn zonen te waarschuwen, maar zij luisteren niet (v. 22-25). Hij lijkt zich daar snel bij neer te leggen, want in vs. 29 wordt hij door een man Gods ter orde geroepen: “waarom eert u uw zonen meer dan Mij?” en dan wordt hem tegelijkertijd de straf aangezegd; het zal afgelopen zijn met zijn huis. In 3:13 lezen we dan ook dat hij hen niet vermaande “hij heeft hen niet eens zuur aangekeken”. Alhoewel hij een godvrezend man was zien we dat hij laks was in zijn levenswandel en in het opvoeden van zijn zonen en dit had gevolgen voor heel zijn nageslacht.

Deze voorbeelden geven niet aan dat er een directe oorzaak-gevolg relatie is tussen de geestelijke conditie van de ouders en de uitkomst van de kinderen, maar laten wel zien dat ouders een enorme invloed kunnen hebben en verantwoordelijk zijn voor de vorming van de harten en levens van hun kinderen (Spr. 22:6; Ef. 6:4). Als ouders hebben we rekenschap af te leggen aan God over de geestelijke conditie van onze kinderen die Hij aan onze zorgen heeft toevertrouwd (Spr. 19:18; Hebr. 13:17).

 

Gespreksvragen

  1. Hoe komt het dat het onderwerp 'gezinsgrootte' altijd zulke sterke reacties bij vrouwen teweegbrengt.

  2. Praktisch ga je geregeld ‘nee’ moeten zeggen tegen zaken waaraan je je kind niet wilt blootstellen. Om niet in een negatieve sfeer te belanden is het belangrijk hier zaken tegenover te stellen. Hoe ga je je kinderen omgeven met het goede? Met hetgeen heilig, goed en waar is?

  3. Wanneer je een kind hebt dat rebelleert, hoe kan je hem het beste helpen in deze moeilijke tijd zodat hij later niet altijd met spijt hoeft terug te kijken?

  4. Hoe kun je als ouder je kind aanmoedigen hun vertrouwen in Christus te stellen zonder dat je hen een beslissing/keuze opdringt die niet voorkomt uit het werk van de Heilige Geest die overtuigt van zonde en die mensen tot Hem trekt?

  5. Hoe komt het dat zovele kinderen die opgroeien in christelijke gezinnen, naar christelijke scholen gaan en een kerk bezoeken toch nooit een hart voor God ontwikkelen?

Download de studietekst.

Studie gebaseerd op Nancy Leigh DeMoss, Lies women believe and the Truth that sets them free, Moody publishers, 2001, 2018. Met toestemming vertaald en bewerkt.