Vergelijken is de sleutel tot Godsvrucht

Te vaak heb ik die ene leugen geloofd. De leugen die onze westerse samenleving ons toeschreeuwt (en de leugen die onze zondige oren maar al te graag horen): “Vergelijk je zelf nooit met anderen, wees gewoon jezelf. Tevredenheid is in jezelf te vinden.” De leugen is zo zoet omdat het ons tekort aan geestelijke vrucht zo fijn verbergt. Het is erg verleidelijk om de noodzaak tot persoonlijke heiliging ter zijde te leggen, wanneer je in beslag genomen wordt door het comfort van zelfvertrouwen.

Zelfs wanneer deze leugens ons niet verleiden, kunnen we toch in de fout gaan door te geloven dat vergeving van zondig vergelijken – het vergelijken waarmee je of jezelf opblaast of jezelf neerhaalt - betekent dat je maar helemaal niet moet vergelijken. Toch hoeven we niet bang te zijn om onszelf met anderen te vergelijken, omdat dit vergelijken vaak een middel is waardoor God ons laat groeien.

Godvrezend vergelijken betekent niet dat we onszelf aan andermans standaard moeten houden, of dat we iemand anders zijn leven moeten nadoen of worstelen totdat we onszelf beter voelen. Godvrezend vergelijken betekent niet nog harder rennen op de tredmolen van zelfverbetering, of tevergeefs onze eigenwaarde zoeken in dat wat we bereikt hebben. Godvrezend vergelijken gaat ten diepste helemaal niet over ons. Het gaat over het vieren en leren van Gods genade die aan het werk is in anderen zodat wij zelf God meer gaan liefhebben en grootmaken.

God vergelijkt om ons bestwil

In Genesis vergelijkt God twee broers die Hem een offer brachten. Hij hield van het offer van Abel, maar Hij wees Kains offer af. Toen Kain in woede reageerde en daarmee de hardheid van zijn hart liet zien, deed God een barmhartig beroep op hem om ‘goed te doen’ en op te passen voor het loerende monster van zonde. In Zijn liefde, wilde God dat Kain de rechtvaardige voetstappen van zijn broer zou volgen, die uit liefde voor God, Hem het beste van de kudde gaf. Maar, in plaats van te leren van Abel, sloeg Kain hem dood (Genesis 4:1-8).

Maar, zeg je misschien, dat was voor de tijd van Jezus! Wij hoeven Zijn liefde niet te verdienen met offers. Door genade zijn we bekleed met Zijn gerechtigheid. We zijn gered door genade alleen, door geloof alleen en door Christus alleen. Dat is inderdaad waar, maar geloof in Jezus heeft geen gelatenheid in je karakter tot gevolg.

Jezus zei tegen Zijn discipelen dat ze het voorbeeld van anderen moesten volgen. Toen ze in de synagoge zaten, riep Hij hen bij zich en richtte Hij hun aandacht op de arme weduwe die twee koperen muntjes in de collectebak deed. Hij vergeleek het geven van de weduwe met het geven van de rijken en Hij zei dat de weduwe meer gegeven had. Ondanks het feit dat ze arm was, gaf ze alles wat ze had en liet ze daarmee zien dat haar ultieme schat God zelf was (Markus 12:41-44).

Jezus leerde ons ook toen Hij twee zussen met elkaar vergeleek. Martha maakte zichzelf druk over veel dingen en mopperde over het feit dat Maria niet veel deed. Jezus zei echter dat Maria het goede deel had uitgekozen door aan Zijn voeten te zitten. Zijn liefdevolle correctie was niet bedoeld om de vermoeide Martha te bezwaren met hoge verwachtingen, maar om te laten zien dat Maria wist wat er echt toe deed – dat het beter is om Jezus lief te hebben dan om alleen maar voor Hem te werken (Lukas 10:38-42).

Wanneer Jezus vergelijkingen maakt, doet Hij dit niet om ons te vernietigen of te beschuldigen, maar doet Hij dat om onze harten volledig op Hem gericht te laten zijn.

Vergelijken omwille van Godsvrucht

We zijn gered en zijn deel van het lichaam: de kerk. Dit lichaam bestaat uit veel leden, ieder met een speciale functie (Romeinen 12:4-5). Gods glorie is te groots en te overweldigend om iedereen maar het zelfde soort Christen te laten zijn. Gods plan voor ons is, dat wij, met al onze verschillende persoonlijkheden en talenten, achtergronden en verhalen, krachten en zwakheden, een glimp laten zien van Zijn oneindige goedheid voor de wereld. Al onze verschillen onderstrepen Zijn waarde op zo’n manier die we nooit zouden kunnen bereiken als we allemaal hetzelfde waren.

God heeft ons niet geroepen om allemaal hetzelfde te zijn. Hij roept ons op tot heiligheid. Net zoals al de leden van ons lichaam zich in een zelfde richting begeven, zo beweegt de kerk in al zijn diversiteit naar Christus. Een van de manieren waarop God ons helpt om heilig te worden is door ons te omringen met Christenen die Hem imiteren op een manier waarop wij dat nog niet doen.

Al deze verschillen zijn onderdeel van Gods genadige plan om ons steeds meer op Zijn Zoon te laten lijken. Hij heeft altijd gewild dat we opgescherpt worden door het voorbeeld van anderen. Dat is ook waarom Paulus zo onbeschaamd tegen de kerk in Korinthe zei dat ze navolgers van hem moesten zijn, alsof ze Christus navolgden  (1 Korinthe 11:1). Dat is waarom Paulus Titus ertoe opriep om een voorbeeld te zijn van goede werken (Titus 2:7). En dat is waarom Paulus vertelde over de gulheid van de verdrukte Macedonische kerk (2 Korinthe 8). Het lichaam van Christus kan niet groeien in heiligheid zonder godvruchtige, nederige en hoopvolle vergelijking en navolging. Onze altaren van autonomie moeten omver!

Net zoals Kain van Abel zou moeten leren, net zoals Martha van Maria moest leren, net zoals de kerk in Korinthe moest leren van de Macedoniërs, zo moeten wij ook van elkaar leren.

Hoe moeten we vergelijken

Wanneer we vergelijken is het goed om te kijken naar de principes in plaats van de details. Bijvoorbeeld….ik worstel met de Bijbelse praktijk van gastvrijheid, dus kijk ik naar hen die daarin uitblinken. Ik probeer hen na te volgen terwijl zij Christus navolgen. Wanneer ik dit doe, herinner ik mezelf eraan dat er vrijheid is in de manier waarop we gastvrij zijn.

Mijn schoonmoeder nodigt altijd mensen zonder familie uit om in de vakanties tijd met elkaar door te brengen. Mijn broers, zussen en vrienden hebben pleegkinderen in huis. Een vriendin van mijn bijbelstudiegroep had pas een zendeling van de Mormoonse kerk over om te praten over het geloof. Maar in plaats van overweldigd te zijn door al deze voorbeelden, helpt God mij om mij te verblijden over hen en te leren van hen. Hoe kan Christus, die in hen en door hen werkt ook grootgemaakt worden in mijn gastvrijheid? In plaats van hun voorbeeld te negeren of mezelf te excuseren voor mijn zwakheden, voel ik me gedreven om te groeien, te gehoorzamen en zelfs te genieten van gastvrijheid.

Als we sterker zijn op bepaalde gebieden moeten we toch steeds nederig genoeg zijn om van anderen te leren. Ik ben meer begaafd in het tonen van barmhartigheid dan in het tonen van gastvrijheid en ik vind het erg fijn om mijn tijd en middelen te geven aan mensen in nood. Toch is het steeds nodig dat ik groei. Ik zou die diepe compassie voor prostituees willen hebben die mijn vriendin Brenda heeft. Ik zou die liefde van mijn broer willen hebben die hij laat zien aan verslaafden, en zijn moed om het evangelie te verkondigen aan hen in hopeloze situaties. De Geest maakt ons vrij om dapper en verwachtend te vergelijken.

Wie prikkelt jou om Christus meer lief te hebben? Wie heeft die godsvrucht waarin jij tekort schiet? Wie leeft gepassioneerd voor zending? Kijk naar hun voorbeeld en zoek naar mogelijkheden om hun voorbeeld na te volgen. Dezelfde God die aan het werk is in hun sterkte kanten is trouw om ook jou te louteren en je zwakheden te transformeren.

 

Amy DiMarcangelo is getrouwd en heeft drie kinderen. Ze woont in New Jersey. Samen met anderen leidt ze het liefdadigheidswerk vanuit de Grace Church of Marlton. Ze werkt part time als docent voor kinderen met autisme. Je kunt meer over haar lezen op haar blog of je kunt haar volgen op facebook

Dit artikel verscheen op 29 mei 2019 op www.desiringgod.org onder de titel:  Comparison is a Key to Godliness. Het artikel is met toestemming vertaald.