Een christelijk gezin

Een christelijk gezin

Oorspronkelijke tekst: O give us homes

Melodie: Ik bouw op U

O give us homes built firm upon the Saviour,

Where Christ is Head, and Counsellor and Guide;

Where ev'ry child is taught His love and favor

And gives his heart to Christ, the crucified:

How sweet to know that tho' his footsteps waver

His faithful Lord is walking by his side!

O give us homes with godly fathers, mothers,

Who always place their hope and trust in Him;

Whose tender patience turmoil never bothers,

Whose calm and courage trouble cannot dim;

A home where each finds joy in serving others,

And love still shines, tho' days be dark and grim.

O give us homes where Christ is Lord and Master,

The Bible read, the precious hymns still sung;

Where prayer comes first in peace or in disaster,

And praise is natural speech to ev'ry tongue;

Where mountains move before a faith that's vaster,

And Christ sufficient is for old and young.

O Lord, our God, our homes are Thine forever!

We trust to Thee their problems, toil, and care;

Their bonds of love no enemy can sever

If Thou art always Lord and Master there:

Be Thou the center of our least endeavor:

Be Thou our Guest, our hearts and homes to share.

Nederlandse tekst

O geef gezinnen, Heere, vol genade;

waar Christus is de Borg, het Hoofd, de Raad.

Waar ieder kind leert van Uw grote daden

en met zijn hart naar Jezus Christus gaat.

Als dan zijn voeten wank’len op zijn paden,

dat dan Uw trouw hem nimmer vallen laat.

O geef gezinnen met godvrezend’ ouders,

die hopen en vertrouwen op de Heer’;

die alle zorgen, drukkend op hun schouders

geduldig leggen aan Uw voeten neer.

Waar elk van harte klaarstaat voor de ander

en liefde heerst, ook in het donkerst’ weer.

O geef gezinnen die U altijd vrezen,

waar ieder buigt voor Goddelijk gezag.

Waar samen uit de Bijbel wordt gelezen

en nood en vreugd doet bidden, ied’re dag.

Waar U in lied en psalmen wordt geprezen

en elk verlangt naar heilig, rein gedrag.

O Heer’, leer ons gezinnen aan U wijden;

dan ligt in U geborgen al haar nood.

Geen vijand kan haar ooit meer van U scheiden,

dan blijft de liefd’, en trouw tot in de dood.

Wees onze Gast en Gastheer. Breng door lijden

ons eeuwig Thuis, in gunst oneindig groot.

Vertaald door: ds. M. van Reenen